Paardenfotografie: even een paar tips
Laatst kreeg ik het verzoek om foto’s te maken van een paard. Natuurlijk heb ik tijdens de shoot ook wat portretjes gemaakt van het dier samen met haar baasje, want dat is wel zo leuk… Voor het baasje althans, want het paard vond er niks aan. Netjes blijven staan, geen gras mogen eten en een gordijn aan haren waar niet doorheen te kijken viel. Paardenfotografie is dus een vak apart.
Waar moet je nou eigenlijk rekening mee houden bij paardenfotografie?
- Het begint allemaal bij de locatie. Een paard is groot en hoe meer je van het dier laat zien, hoe meer je ook de achtergrond zal zien. Zorg voor een rustige, harmonieuze achtergrond. Het gaat om het dier, alles eromheen staat in dienst van het onderwerp. Met een stukje mooie natuur zit je al snel goed.
- Heb je een mooi plekje gevonden? Stel dan je camera in. Sluitertijd, diafragma, iso en je witbalans. Laat je onderwerp ondertussen maar lekker scharrelen. Een snelle sluitertijd is belangrijk, want een paard blijft natuurlijk niet lang netjes stil staan.
- Helemaal klaar? Dan zijn paard en ruiter aan de beurt. De ruiter kan je wat aanwijzingen geven en deze kan je helpen met het paard.
- Doe het op een moment waarop de kans het grootst is dat het paard mee zal werken. Dus niet als ie al de hele ochtend over het strand heeft gegaloppeerd, vervolgens in een wei door de modder heeft liggen rollen en zich daarna langdurig heeft laten borstelen. Daarna is de kans namelijk groot dat ie niet zo veel zin meer heeft in nog meer activiteiten.