5 tips voor het fotograferen van vogels
Als je het wel eens hebt geprobeerd dan weet je het: vogels fotograferen is een vak apart. Ze zijn vaak klein, schuw en blijven geen moment stil zitten! Hoe kun je er dan toch mooie foto’s van maken?
Tip 1: Doe voorbereidend onderzoek als je vogels gaat fotograferen
Je kunt natuurlijk naar het bos gaan en je laten verrassen door wat je onderweg tegenkomt, maar de kans dat het je op deze manier lukt om thuis te komen met mooie vogel foto’s is dan heel klein. Bij ieder onderwerp is voorbereiding belangrijk, maar bij vogelfotografie net even wat meer. Als je weet waar ze uithangen scheelt het je al een hoop tijd. Zo heeft het weinig zin om in de winter de blauwborst te gaan zoeken, want die zit dan in Afrika. Daarnaast is er nog meer om rekening mee te houden. Wat eten de vogels die je wilt fotograferen bijvoorbeeld graag en in welk seizoen is het te vinden? Zijn het trekvogels of blijven ze het hele jaar in ons land? Hoe leven ze? In welke soort vegetatie zijn ze te vinden? Op welke tijden van de dag zijn ze actief en waar verstoppen ze zich graag? Alles is van belang.
Geloof het of niet; veel vogels zijn gewoontedieren. Let maar eens op. Zie je een roofvogel op een paaltje langs de weg, dan is de kans groot dat je die zelfde roofvogel vaker op dat paaltje zult zien zitten. Vogels hebben vaak een territorium en daarbinnen vaste plekjes waar ze graag zitten. Als je die plekjes weet te vinden wordt het fotograferen een stuk makkelijker.
Tip 2: vogels fotograferen kan ook dichtbij huis
Voordat je de Biesbos in trekt voor de lepelaar en de visarend of oehoe’s gaat spotten in Zuid Limburg kun je ook eens gaan oefenen in je eigen tuin. Tuinvogels zijn vaak minder schuw en laten zich makkelijker zien. Ze zullen ook vaker wat langer op een plek blijven zitten en komen ook sneller terug. Zo kun je gemakkelijk oefenen met je instellingen en apparatuur. Het helpt hierbij om je tuin vogel vriendelijk te maken. Zorg voor drinkbakjes, plekjes waar ze kunnen badderen en zorg voor voedsel, zoals vetbollen pinda’s en zaden. Zet planten in je tuin waar ze zich in kunnen verschuilen. Zo houden merels van coniferen en ook heggenmussen zijn dol op dichte struiken. Als je een broedkastje ophangt (en dat valt in de smaak) dan heb je een groot deel van de tijd de nodige vogel-activiteit in de tuin. Het begint al in het najaar, als ze hun territorium claimen. Van het voorjaar begint het nest bouwen, broeden en grootbrengen van de kuikens, met een hoop af en aan gevlieg en gedoe in je tuin. Vreselijk schattig. Zelf heb ik zo’n beetje de enige groene tuin in de straat, en mijn tuin lijkt vaak op een volière, maar dan een waar de vogels vrij in en uit kunnen.
Tip 3: zorg voor de juiste apparatuur
Heb je met het oefenen op tuinvogels de smaak te pakken gekregen, dan wordt het tijd voor het serieuze werk. En daarbij hoort helaas ook een serieuze lens. Veel vogels zijn niet alleen heel klein, ze doen er ook nog eens van alles aan om ver bij je uit de buurt te blijven. Daarom heb je een forse telelens nodig. Een lens vanaf 400mm is al goed bruikbaar, maar de meest gebruikte lens is een 500mm. Je kunt ook kiezen voor een nog grotere telelens, maar het prijskaartje gaat over het algemeen ook verder omhoog. Zeker als je ook een lichtsterke lens wil, en dat is wel aan te raden.
Naast een telelens heb je ook een goed statief nodig. Telelenzen hebben vaak een behoorlijk statief en met een lamme arm wordt het wel heel lastig om dat ene vogeltje scherp en duidelijk te fotograferen.
Tip 4: Heb geduld
Vogels zijn vaak schuw, en als ze niet schuw zijn dan zijn ze wel heel druk en bewegelijk. Denk dus niet dat je zomaar in een uurtje de meest waanzinnige platen kan schieten van ze. Ga je op pad om vogels te fotograferen, neem dan de tijd. Geduld is heel belangrijk. Kalmte ook. De meeste dieren vinden het niet heel relaxed als je druk beweegt en lawaai maakt. Je hond kan het misschien waarderen, maar bij honden houdt het over het algemeen wel op. Kies dus een strategische plek of verschans jezelf in een schuilhut en wacht geduldig af. Sommige fotografen doen er maanden over om die ene bijzondere vogel te fotograferen.
Tip 5: Zo krijg je mooie vogel foto’s
Een foto maken van een vogel is één ding, maar hoe maak je een aantrekkelijke foto? Als je op de volgende zaken let kom je een heel eind:
- Zorg dat je op ooghoogte van de vogel fotografeert. Dus niet van boven of van onderen.
- Zorg voor een kleine scherptediepte. Zo wordt de achtergrond onscherp en isoleer je als het ware de vogel. Dat geeft een rustig beeld en komt de focus volledig op het onderwerp te liggen.
- Stel scherp op de ogen en de snavel. Eigenlijk zijn de ogen bij ieder levend wezen dat je fotografeert het belangrijkste. Ogen moeten dus altijd scherp zijn. Bij vogels dus ook. Heeft de vogel die je wil fotograferen een erg lange snavel? Fotografeer het dier dan van de zijkant. Zo voorkom je vertekeningen en onscherpte van de snavel.
Meer lezen over natuurfotografie?
Ben je geïnteresseerd in natuurfotografie, dan zijn deze blogs ook de moeite van het lezen waard: